Wat met de woning na echtscheiding? Wat met eigen inbreng en ongelijke inbreng in de gezinswoning na echtscheiding? Heb ik recht op de meerwaarde? Moet ik mijn ex uitkopen? Wie moet de notariskosten betalen? Wat met de hypothecaire lening na echtscheiding? Lees hier hoe de vereffening verdeling van de woning na (echt)scheiding verloopt.
Hoe verloopt de vereffening verdeling na echtscheiding?
Bij een echtscheiding moet het huwelijksvermogen met de gezinswoning, vereffend en verdeeld worden door de notaris (lees hier hoe dit gebeurt). Dit gebeurt ofwel na de echtscheiding (EOO, echtscheiding onherstelbare ontwrichting) ofwel gelijktijdig met de echtscheiding als partijen overeenkomen hoe zij willen scheiden (EOT, echtscheiding onderlinge toestemming).
Eerst worden alle goederen, o.a. de gezinswoning, vereffend.
In het wettelijk stelsel betekent de vereffening dat er bepaald wordt welke goederen (en de waarde ervan) behoren tot het gemeenschappelijk vermogen en de twee eigen vermogens van elk ex-echtgenoot afzonderlijk. Ook wordt bepaald welke goederen teruggegeven moeten worden door het gemeenschappelijk vermogen aan een eigen vermogen of omgekeerd.
Voorbeeld 1:
Partner A heeft 50.000 euro van zijn eigen vermogen overgeschreven naar de gemeenschappelijke bankrekening. Deze rekening maakt deel uit van het gemeenschappelijk vermogen. Het gemeenschappelijk vermogen werd dus voor 50.000 euro verrijkt met het eigen vermogen, wat kan worden teruggevorderd door partner A bij echtscheiding.
Voorbeeld 2:
Partner B heeft 50 000 euro van het gemeenschappelijk vermogen gebruikt om de eigen wagen te herstellen. Hier worden gemeenschappelijke gelden gebruikt om een goed in het eigen vermogen te financieren. Het gemeenschappelijk vermogen kan die 50.000 euro terugvorderen van het eigen vermogen van partner B.
Daarna gaat men over tot de verdeling. Hierbij wordt het actief en het passief geregeld. De schulden worden dus ook verdeeld tussen de ex-echtgenoten. Elke ex-partner zal in principe de helft van de schulden moeten betalen, zoals bv. de bank, verzekeringen, leningen …
Wat is de eigen inbreng in een woning?
De eigen inbreng bij de aankoop van een woning is het deel dat de koper zelf financiert met eigen gelden.
Daarnaast is het steeds mogelijk de aankoop van een woning (gedeeltelijk) te bekostigen met een (hypotheek)lening bij de bank. Banken laten meestal maximaal 80% van de waarde woning toe als lening.
Als kopers van een woning nadien huwen, kan de woning in het gemeenschappelijk vermogen worden gebracht. Er kan ook worden overeengekomen dat de eigendomsdelen eigen blijven en niet in de huwgemeenschap komen. In dat geval is sprake van een onverdeeldheid tussen de echtgenoten. Hierover kan in een huwelijkscontract worden beslist.
Als de kopers getrouwd zijn op moment dat een woning wordt gekocht, kan de inbreng met gelden uit het gemeenschappelijk vermogen gebeuren, alsook met gelden uit één of beide van de eigen vermogens van de partners.
Krijg ik mijn inbreng terug uit de gezinswoning bij echtscheiding?
Bij gehuwden onder het wettelijk stelsel, zit de gezinswoning meestal in het gemeenschappelijk vermogen. Beide echtgenoten hebben dus recht op de helft van de verkoopwaarde.
Al te vaak betaalt één echtgenoot een deel van de prijs of renovatie voor de woning met zijn/haar eigen vermogen. Deze echtgenoot kan zijn/haar deel dan terugnemen bij een echtscheiding. Als het onroerend goed in waarde gestegen, dient de meerwaarde in rekening wordt gebracht bij de vereffening en verdeling. De vergoeding zal dan in verhouding met de meerwaarde berekend worden. De vergoeding mag niet minder zijn dan het nominale bedrag van de inbreng.
Deze regeling geldt algemeen voor elk vermogen dat investeerde in een woning die tot een ander vermogen behoort. Dus ook de inbreng door het gemeenschappelijk vermogen in een eigen woning van één van de echtgenoten wordt vergoed naar evenredigheid met de meerwaarde bij de vereffening en verdeling.
Voorbeeld:
De woning werd voor 400.000 euro aangekocht waarvan 300.000 euro werd betaald met het gemeenschappelijk vermogen. De overige 100.000 euro werd met eigen inbreng van het eigen vermogen van partner A betaald.
Enkele jaren later scheiden de partners en wordt de woning verkocht voor 500.000 euro.
Hoeveel krijgt elke partner van de verkoopwaarde?
Stap 1:
100.000 euro eigen vermogen partner A, geeft een breuk 100.000/400.00
300.000 euro gemeenschappelijk vermogen partners A en B, geeft een breuk 300.000/400.000
Stap 2:
Omrekenen met de meerwaarde.
100.000/400.000 = 125.000/500.000; Partner A krijgt dus zijn eigen inbreng 100.000,00 euro + 25.000,00 euro meerwaarde
300.000/400.000 = 375.000/500.000; partners A en B krijgen hiervan elk de helft, 375.000/2 = 187.500
Stap 3:
Partner A krijgt zijn eigen inbreng terug in verhouding met de meerwaarde en de helft van de inbreng met gemeenschappelijk vermogen.
A krijgt dus 312.500 euro
Partner B heeft geen eigen inbreng met eigen vermogen ingebracht, enkel met het gemeenschappelijk vermogen.
B krijgt dus 187.500 euro
In het geval dat één van de ex-partners in de woning zal blijven wonen, moet de andere ex-partner bovenstaand bedrag als uitkoopsom betalen.
Indien u wenst een concrete berekening te bekomen van uw situatie, contacteer het advocatenkantoor.
Wat met de woning bij algehele gemeenschap en scheiding van goederen?
Bij de algehele gemeenschap is er slechts één vermogen. Beide echtgenoten bezitten alle goederen. Alles zal bij echtscheiding voor de helft aan elke ex-echtgenoot toebehoren, ook het passief. In een stelsel van algehele gemeenschap wordt de gezinswoning bij echtscheiding in helften verdeeld.
Bij de scheiding van goederen is er geen gemeenschappelijk vermogen.De gezinswoning kan wel in onverdeeldheid toebehoren aan beide ex-echtgenoten. Dit betekent dat beide ex-echtgenoten eigenaar zijn en dus zullen deze goederen elk voor de helft aan hen toebehoren.
Hoe wordt de gezinswoning verdeeld bij feitelijk en wettelijk samenwonenden?
In tegenstelling tot gehuwden onder het wettelijk stelsel, is er geen gemeenschappelijk vermogen bij feitelijk of wettelijk samenwonende koppels.
Bij de aankoop van een woning samen, wordt meestal bepaald dat de partners elk voor de helft eigenaar zijn van de woning. Bij verkoop krijgt elke ex-partner dan ook de helft van de verkoopprijs.
Indien een ongelijke inbreng wordt gedaan met eigen gelden, is het verstandig om dit in een overeenkomst vast te leggen ofwel de eigendom ongelijk te verdelen in de aankoopakte. Zo wordt later bij de verkoop of bij een relatiebreuk ook rekening gehouden met de ongelijke financiering en de eventuele meerwaarde.
Wat met de lening en kosten van de wonig?
Als u in de gezinswoning zal blijven wonen na de scheiding, dan moet u met een aantal zaken rekening houden: de lopende lening, de notariskosten de miserietaks.
Betreffende de lopende lening zijn er twee mogelijkheden:
Lopende lening loopt verder.
De overdragende echtgenoot wordt geschrapt van de lopende lening (desolidarisatie) en zal een bedrag ontvangen voor de uitkoop. In de meeste gevallen is dit de helft van de waarde van de woning onder aftrek van het nog openstaande kredietbedrag.
Lopende lening vervroegd afbetalen en herfinancieren met een nieuwe lening op naam van de ex-partner die inkoopt.
Als de lening vervroegd wordt afbetaald moet ook nog een wederbeleggingsvergoeding betaald worden.
De uitkoopsom = (de waarde van de woning - het saldo van de lening) /2
Notariskosten worden meestal gedragen door de ex-partner die de woning inkoopt
Bovendien is er sprake van de ‘miserietaks’.
Aangezien de woning, een onroerend goed van twee eigenaars naar één eigenaar gaat, moet een registratierecht, namelijk verdeelrecht, betaald worden. Dit registratierecht moet in principe betaald worden door degene die in de woning zal blijven.
Bij gehuwden of wettelijk samenwonenden bedraagt het verdeelrecht 1% van de waarde van het onroerend goed;
Bij feitelijk samenwonenden bedraagt dat 2,5% van de waarde van het onroerend goed.
Wat als uw ex-partner niet mee werkt?
Indien uw ex niet meewerkt, dient een procedure te worden gevoerd voor de familierechtbank.