Schuldig pleiten, guilty plea

Bij de wet van 5 februari 2016, ook Potpourri II genoemd, werden een hele hoop wijzigingen doorgevoerd in het strafrecht, met als doel een efficiënter strafproces.

De bedoeling van deze nieuwe wet is het aantal procedures voor de Rechtbank verminderen en dus de kosten van justitie te verlagen.

Zo ook werd gekozen voor een 'legal transplant' van het Amerikaanse systeem van de 'plea bargaining', waarbij een verdachte in een strafonderzoek een akkoord sluit met de openbare aanklager. Het akkoord bestaat er naar Amerikaans model in dat de verdachte schuld pleit 'guitly plea' en zich akkoord verklaard met een vooropgestelde bestraffing. Als tegenprestatie ziet de openbare aanklager af van een proces.

Het nieuwe art. 216 wetboek van strafvordering heeft in België een soortgelijk systeem opgezet. Er zijn evenwel een hoop verschillen, waarbij het belangrijkste verschil is dat niet voor alle misdrijven een 'guilty plea' kan worden aangenomen.

Concreet behoort het formeel initiatief tot een 'guilty plea' toe aan het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Minsterie kan in elke stand van het onderzoek (bij een gerechtelijk onderzoek pas na de verwijzing door de Raadkamer) een voorstel doen, dit zelfs tot en met de de behandeling van de zaak voor de Rechtbank zolang er geen eindvonnis is op strafrechtelijk gebied. 

Een 'guilty plea' kan enkel worden voorgesteld voor misdrijven die niet van die aard schijnen te zijn dat zij dienen te worden bestraft met een gevangenisstraf van 5 jaar of meer. Verder worden bepaalde misdrijven expliciet uitgesloten van de mogelijkheid tot 'guilty plea': niet correctionaliseerbare misdaden strafbaar met meer dan 20 jaar, verkrachting, seksuele delicten op of met minderjarigen, prostitutie en doodslag.

De verdachte die een voorstel krijgt van het Openbaar Ministerie heeft een bedenktijd van 10 dagen. Hij of zij kan zich enkel akkoord verklaren met het gedane voorstel nadat een advocaat werd geraadpleegd met betrekking tot het voorstel. Als de verdachte ingaat op het voorstel wordt een PV opgemaakt waarin de kwalificatie van het misdrijf, de bestraffing en de eventuele kosten en verbeurdverklaringen worden bepaald.

In tegenstelling tot het Amerikaanse model ontsnapt een 'guilty plea' in België niet aan rechterlijke controle. Het laatste woord is aan de strafrechter.

Nadat een PV van akkoord tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte werd gesloten, dient de bevoegde Rechtbank het akkoord te controleren en wordt het eventuele slachtoffer van het misdrijf gehoord. Concreet gaat de Rechtbank na of het akkoord vrijwillig tot stand kwam, of de feiten juist werden gekwalificeerd alsook of de straf als proportioneel voorkomt. Een eventuele burgerlijke vordering wordt behandeld en de Rechtbank zal zich hierover dienen uit te spreken.

Indien de Rechtbank meent dat aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, bekrachtigt zij het akkoord. Als de Rechtbank meent dat niet aan de voorwaarden is voldaan, wijst zij de overeenkomst tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte gemotiveerd af. Bij afwijzing worden de stukken met betrekking tot de onderhandeling over een 'guilty plea' uit het strafdossier verwijderd. Er volgt een strafproces ten gronde.

Of deze legal transplant op termijn een succes wordt en een veelvuldig gebruik zal kennen zoals in de VS valt af te wachten. Het importeren van vreemd recht kan soms worden gezien als een tang op een varken. Dat zo'n import onmiddellijk en zonder ongelukken meedraait in de dynamiek van het bestaande systeem is eerder zeldzaam. 

Hoewel het systeem van 'guilty plea' in de VS succes kent, zijn er risico's. De kans lijkt reëel dat het Openbaar Ministerie de 'guilty plea' voornamelijk zal hanteren in strafzaken waar het bewijs van de vermeende misdrijven problematisch is. Daar waar het Openbaar Ministerie vreest dat een verdachte voor een Rechtbank eventueel zou vrijuit kunnen gaan, zal zij mogelijks alsnog een bestraffing trachten te onderhandelen. Het lijkt evenwel dat dit risico naar behoren kan worden opgevangen door de rechterlijke controle na het akkoord. De vraag is of de rechterlijke controle in deze gelijkaardig is aan een eigenlijke behandeling ten gronde van het strafdossier. 

De finale vraag rijst dus in hoeverre de rechten van verdediging voldoende zijn gevrijwaard in de Belgische 'guilty plea' procedure.

Vragen over de mogelijkheid om schuldig te pleiten? Neem contact op.