De krakerswet van 18 oktober 2017

In maart 2017 kwam de problematiek van gekraakte panden en de onmacht van eigenaars onder de publieke aandacht. Ook nadien en dan specifiek in Gent, volgden nog meerdere gevallen van gekraakte panden, vaak bezet door Roma-zigeuners.

In een eerdere blog 'Krakers, juridische leegte' werd kort toegelicht wat specifiek de problemen zijn bij krakers en welke oplossingen er bestonden. Onder impuls van de publieke belangstelling voor het probleem van krakers, roerde de politiek zich en werd aangekondigd een specifiek wettelijk kader te voorzien om krakers aan te pakken en eigenaars te beschermen.

Onder impuls van Open VLD, is de krakerswet inmiddels een feit. Moeilijk daarbij was een evenwicht te vinden tussen de rechten van de eigenaar en het recht op wonen en de onschendbaarheid van de woning, zijnde een mensenrecht.

Dit zijn de belangrijkste verwezelijkingen.

1. Kraken is strafbaar

De krakerswet criminaliseert kraken onder art. 439 van het Strafwetboek, het artikel dat 'braak' strafbaar stelt. Kraken wordt vanaf nu strafbaar als volgt 'Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot driehonderd euro wordt gestraft hij die, zonder een bevel van de overheid en buiten de gevallen waarin de wet toelaat in de woning van bijzondere personen tegen hun wil binnen te treden, in een door een ander bewoond huis, appartement, kamer of verblijf, of in de aanhorigheden ervan hetzij binnendringt met behulp van bedreiging of geweld tegen personen, of door middel van braak, inklimming of valse sleutels, hetzij dit goed bezet, hetzij erin verblijft zonder toestemming van de bewoners.' 

Verder wordt, parallel met de wijziging van de burgerlijke procedure om krakers uit te drijven, kraken strafbaar onder een nieuw misdrijf in het Strafwetboek.

In art. 442/1 staat vanaf nu het volgende te lezen '§ 1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die, zonder een bevel van de overheid hetzij zonder toestemming van een houder van een titel die of een recht dat toegang verschaft tot de betrokken plaats of gebruik van of verblijf in het betrokken goed toestaat en buiten de gevallen waarin de wet het toelaat, op eender welke manier andermans niet bewoonde huis, appartement, kamer of verblijf, of de aanhorigheden ervan of enige andere niet bewoonde ruimte of andermans roerend goed dat al dan niet als verblijf kan dienen, hetzij binnendringt, hetzij bezet, hetzij erin verblijft zonder zelf houder te zijn van voormelde titel of recht.
   § 2. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die binnen de vastgestelde termijn geen gevolg geeft aan het bevel tot ontruiming bedoeld in artikel 12, § 1, van de wet van 18 oktober 2017 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed of aan de uithuiszetting bedoeld in artikel 1344decies van Gerechtelijk Wetboek.
   § 3. Het in paragraaf 1 bedoelde misdrijf kan alleen worden vervolgd op klacht van een persoon die houder is van een titel of een recht op het betrokken goed.'

Samengevat wordt het 'binnendringen en/of verblijf zonder toestemming in een onbewoond goed', het 'verblijf zonder toestemming in een bewoond goed' en het 'geen gevolg geven aan een bevel tot ontruiming van een onbewoond goed' strafbaar gesteld. 

Het ene artikel viseert het kraken van bewoonde gebouwen en en het andere het kraken van onbewoonde gebouwen. Evident zijn krakers van bewoonde gebouwen strafbaar met hogere gevangenisstraffen dan krakers van onbewoonde gebouwen.

Om enigszins het risico op te vangen dat deze brede omschrijving al te gauw aanleiding zou geven tot een strafonderzoek of vervolging, werd het misdrijf voor het kraken van onbewoonde goederen geformuleerd als een klachtenmisdrijf. M.a.w. er is pas sprake van een misdrijf als de eigenaar van het onbewoonde onroerend goed effectief klacht neerlegt.

2. Er is een nieuwe burgerlijke krakers-procedure

Parallel met het strafbaar stellen van kraken, is een nieuwe 'bijzondere procedure' in het Gerechtelijk Wetboek voorzien voor het uitdrijven van krakers.

Kort in herinnering brengend, voorheen diende ofwel via een procedure op eenzijdig verzoek te worden gewerkt ofwel via een gewone uitdrijvingsprocedure voor de Vrederechter, met allerlei moeilijkheden van dien.

De procedure verloopt samengevat als volgt:

- de procedure wordt gestart bij dagvaarding of op tegensprekelijk of eenzijdig verzoek (als de identiteit van de krakers onbekend is) voor de Vrederechter van het Kanton waar het gekraakte goed zich bevindt

- het vonnis van de Vrederechter tot uithuiszetting, kan effectief worden uitgevoerd na 8 dagen, na betekening door de gerechtsdeurwaarder van het vonnis.

De krakers-procedure is versneld en behoort tot de bevoegdheid van de Vrederechter.

3. De Procureur des Konings en de krakerswet

Krakers van een bewoond pand, zich bezondigend aan braak, kunnen onmiddellijk worden gearresteerd door de politie en dus uit de woning worden gehaald.

Voor onbewoonde panden die zijn gekraakt - gekoppeld aan de nieuwe strafbepaling art. 442/1 Sw. - is aan de Procureur des Konings de bevoegdheid gegeven om aan krakers te bevelen het gekraakte pand binnen de 8 dagen te verlaten.

De krakers hebben de mogelijkheid om tegen zo'n bevel beroep aan te tekenen, waarna de zaak automatisch voor de Vrederechter komt en daar uiteindelijk de knoop wordt doorgehakt.

Spijtig genoeg werd door het college van Procureurs Generaal beslist dat deze bevoegdheid geen prioritaire zaak is voor het OM en politie, zodat het af te wachten valt of effectief door het OM en de politie tegen krakers zal worden opgetreden.

Het lijkt dus dat in de realiteit vooral de krakers-procedure via de Vrederechter zal dienen te worden gevolgd.

 

Over de krakerswet zal, gelet op het spanningsveld tussen de verschillende grondrechten in het spel, nog veel worden geschreven en de wet zal hoogstwaarschijnlijk aanleiding geven tot rechtspraak van het Hof van Cassatie of het Grondwettelijk Hof. 

Heeft u vragen of nood aan bijstand? Contacteer het kantoor.