Welke straffen kunnen worden opgelegd door de strafrechtbank en wat zijn de voorwaarden daartoe?
In het strafrecht hebben de diverse strafrechters (politierechtbank, correctionele rechtbank en het hof van assisen) verschillende mogelijke straffen om uit te spreken als iemand schuldig wordt verklaard. Deze gaan van een gevangenisstraf tot een loutere opschorting.
Gevangenisstraf
Afhankelijk van het soort misdrijf (overtreding, wanbedrijf of misdaad) kan een gevangenisstraf worden opgelegd. Hoe de straf nadien moet worden uitgevoerd en of ze wordt verkort, wordt beslist door de strafuitvoeringsrechtbank of de gevangenisdirectie (straffen tot 3 jaar). Een korte gevangenisstraf wordt vaak omgezet in elektronisch toezicht.
Elektronisch toezicht
De strafrechter kan ook onmiddellijk een straf met elektronisch toezicht opleggen. In de praktijk gebeurt dit zelden en zal dus bijna altijd een gevangenisstraf worden opegelgd die eventueel nadien in de uitvoeringsfase wordt omgezet in een vrijheidsstraf onder elektronisch toezicht.
Geldboete
Een geldboete kan worden opgelegd voor elk soort misdrijf. Als deze boete niet wordt betaald, kan een gevangenistraf in de plaatskomen. Voor de politierechtbank kan ook een vervangend rijverbod worden opgelegd.
Geldboetes worden vermeerderd met 8 opdeciemen. Als de rechtbank dus een boete van €100 uitspreekt, moet deze worden verhoogd tot €800.
Gevangenisstraf of geldboete met uitstel
Indien er nog geen eerdere gevangeniststraf van 1 jaar werd uitgesproken, kan een gevangenisstraf of geldboete met de gunst van het uitstel worden bekleed. In dat geval moet de gevangenisstraf of boete niet effectief worden uitgevoerd als binnen een termijn van maximaal 5 jaar, er geen veroordeling volgt voor nieuwe feiten.
Aan het uitstel kunnen ook voorwaarden worden gekoppeld zoals een drugsverbod, een caféverbod, een omgangsverbod, begeleiding
Elke straf met uitstel wordt opgevolgd door de justitieassitent en de probatiecommissie in het geval daaraan voorwaarden zijn gekoppeld.
Opschorting
Indien er nog geen eerdere gevangenisstraf van meer dan 6 maanden werd uitgesproken, kan de strafrechter ook de gunst van de opschorting verlenen. In dat geval wordt de beklaagde schuldig verklaard, maar wordt de uitspraak van een straf opgeschort voor een periode van maximaal 5 jaar. In dit geval wordt een blanco strafbald behouden.
Indien een nieuwe veroordeling volgt tijdens de proeftijd, kan alsnog een straf worden uitgesproken.
Werkstraf
In plaats van een gevangenisstraf of een geldboete, kan de strafrechtbank ook een werkstraf uitspreken. Het aantal uren werkstraf hangt af van de zwaarte van het misdrijf.
Voor seksuele delequentie kan geen werkstraf worden uitgesproken. Evenmin kan dit voor misdaden die niet werden gecorrectionaliseerd door verzachtende omstandigheden.
Autonome probatiestraf
Theoretisch kan de strafrechtbank een autonome probatiestraf opleggen. De rechtbank bepaalt dan enkel voorwaarden die moeten worden nageleefd, zonder daar een straf te koppelen. In realiteit is deze straf dode letter gebleven.
Voor de bepaling van de straf wordt rekening gehouden met:
de ernst van het misdrijf
de voorgaande veroordelingen
de sociale toestand (werk, gezinssituatie)
verslavingsproblematiek
Bij een schuldigverklaring, is daaropvolgend de straftoemeting cruciaal. Een goede voorbereiding en verdediging is dus noodzakelijk.